Als dikke mist tegen alle denken drukt
de wereld zonder sprankje hoop omhult
geen zonnestraal door de nevel dringt
en de aarde omsloten houdt
de zee verdwenen lijkt, is kwijtgeraakt, de
lijn van vloeibaar naar vast onzichtbaar
geen mens zich meer kan oriënteren op
de woeste golven, het zilte nat
dat toch eeuwig blijft baren?
Maar dan ontspruiten uit grote kale zwarte
takkengedachten van donkere verstrengelingen
tot een doolhof met zorgen voor
ontvouwend groen, dat bottend en verlegen
knoppen vormt, aan boom en struik,
een warme stroom van lentezonne-liefde
geeft kracht van ondergronds labyrint naar
hoogstam, vol grote volle groene takken
fier volgroeid blad en bestoven bloesem
voor veelbelovend wereldfruit.
(c) Jacqueline Servais